Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Indien gijlieden Mij [13]gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn [14]Vader gekend hebben; en [15]van nu [16]kent gij Hem, en hebt Hem gezien. 13. Namelijk recht gelijk het behoort. 14. Namelijk alzo Ik eenswezens met den Vader ben en het uitgedrukte beeld Zijner zelfstandigheid; Kol.1:15; Hebr.1:3. 15. Of, nu alrede. 16. Namelijk voor zoveel als gij mij kent, vs.9.